olandese » tedesco

om·rij·den1 <reed om, h./i. omgereden> [ɔmrɛidə(n)] VB vb intr

1. omrijden (langs een omweg rijden):

omrijden

2. omrijden:

omrijden (om iets heen rijden)
omrijden (te paard)

om·rij·den2 <reed om, h. omgereden> [ɔmrɛidə(n)] VB vb trans

1. omrijden:

omrijden (omverrijden)
omrijden (te paard)

2. omrijden (rondrijden):

omrijden
omrijden

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski