olandese » tedesco

vak·vrouw SOST f

vakvrouw forma femminile di vakman

Vedi anche: vakman

vak·man <vak|lui, vak|lieden, vak|mensen, vakman|nen> [vɑkmɑn] SOST m

za·ken·vrouw <zakenvrouw|en> [zakə(n)vrɑu] SOST f

be·winds·vrouw <bewindsvrouw|en> [bəwɪn(t)sfrɑu] SOST f

bewindsvrouw forma femminile di bewindsman

Vedi anche: bewindsman

be·winds·man <bewinds|lieden> [bəwɪntsmɑn] SOST m

vis·sers·vrouw <vissersvrouw|en> [vɪsərsfrɑu] SOST f

koop·vrouw <koopvrouw|en> [kopfrɑu] SOST f

2. koopvrouw (zakenvrouw):

huis·vrouw <huisvrouw|en> [hœysfrɑu] SOST f

vroed·vrouw <vroedvrouw|en> [vrutfrɑu] SOST f

leids·vrouw <leidsvrouw|en> [lɛɪtsfrɑu] SOST f


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski