olandese » tedesco

neer·schie·ten1 <schoot neer, i. neergeschoten> [nersxitə(n)] VB vb intr

neer·schie·ten2 <schoot neer, h. neergeschoten> [nersxitə(n)] VB vb trans

1. neerschieten:

neerschieten (fusilleren)
neerschieten (dieren)
erlegen form

2. neerschieten (neerhalen):

neerschieten
een vijandelijk vliegtuig neerschieten

Esempi per neerschieten


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski