olandese » tedesco

om·bui·gen1 <boog om, h. omgebogen> [ɔmbœyɣə(n)] VB vb trans

1. ombuigen (verbuigen):

ombuigen
ombuigen
ijzerdraad ombuigen

2. ombuigen (koers wijzigen):

ombuigen

3. ombuigen eufem (bezuinigen):

ombuigen

om·bui·gen2 <boog om, i. omgebogen> [ɔmbœyɣə(n)] VB vb intr (zich buigen)

ombuigen
ombuigen
ombuigen

Esempi per ombuigen

ijzerdraad ombuigen

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski