Traduzioni di „object“ nel dizionario olandese » tedesco

ob·ject <object|en> [ɔpjɛkt] SOST nt

1. object:

object (voorwerp, zaak, persoon)

Objekt nt

object (voorwerp)

Gegenstand m

seksueel object

Sexualobjekt nt

object van wetenschappelijk onderzoek

Forschungsobjekt nt

object van wetenschappelijk onderzoek

Forschungsgegenstand m

2. object taalk.:

object

Objekt nt

object

Satzergänzung f

een direct object

ein Akkusativobjekt

een indirect object

ein Dativobjekt

3. object ARTE:

object

Objekt nt

Esempi per object

seksueel object

Sexualobjekt nt

object van wetenschappelijk onderzoek

Forschungsobjekt nt

een direct object

ein Akkusativobjekt

een indirect object

ein Dativobjekt