olandese » tedesco

lands·kam·pi·oen <landskampioen|en> [lɑntskɑmpijun] SOST m

schaat·sen <schaatste, h. geschaatst> [sxatsə(n)] VB vb intr

schaap·ka·meel <schaap|kamelen> [sxapkamel] SOST m

kam·pi·oen <kampioen|en> [kɑmpijun] SOST m

2. kampioen (voorvechter):

we·reld·kam·pi·oen <wereldkampioen|en> [werəltkɑmpijun] SOST m

wie·ler·kam·pi·oen <wielerkampioen|en> [wilərkɑmpijun] SOST m

schor·pi·oen <schorpioen|en> [sxɔrpijun] SOST m

schaat·ser <schaatser|s> [sxatsər] SOST m

schaats·ster <schaatsster|s> [sxatstər] SOST f

schaatsster forma femminile di schaatser

Vedi anche: schaatser

schaat·ser <schaatser|s> [sxatsər] SOST m

schaat·sen·rij·der <schaatsenrijder|s> [sxatsə(n)rɛɪdər] SOST m


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski