olandese » tedesco

ver·smel·ten1 <versmolt, i. versmolten> [vərsmɛltə(n)] VB vb intr (in elkaar over-, opgaan)

ver·smel·ten2 <versmolt, h. versmolten> [vərsmɛltə(n)] VB vb trans

1. versmelten (samensmelten):

versmelten

2. versmelten (omsmelten):

versmelten
munten versmelten

3. versmelten (onmerkbaar in elkaar doen overgaan):

versmelten

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski