olandese » tedesco

vol·trek·ken1 <voltrok, h. voltrokken> [vɔltrɛkə(n)] VB vb trans

vol·trek·ken2 <voltrok zich, h. zich voltrokken> [vɔltrɛkə(n)] VB wk ww

voltrekken zich voltrekken (zijn beloop nemen; ontwikkeling, proces):

voltrekken
er zal zich een ramp voltrekken

Esempi per voltrekken

een huwelijk voltrekken
er zal zich een ramp voltrekken

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski