olandese » tedesco

voort·plan·ten1 <plantte zich voort, h. zich voortgeplant> [vortplɑntə(n)] VB wk ww zich voortplanten

1. voortplanten (zich vermenigvuldigen):

voortplanten
voortplanten

2. voortplanten (zich verbreiden):

voortplanten
zich in golven voortplanten

voort·plan·ten2 <plantte voort, h. voortgeplant> [vortplɑntə(n)] VB vb trans

1. voortplanten (voorttelen):

voortplanten

2. voortplanten fig:

voortplanten

Esempi per voortplanten

zich in golven voortplanten

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski