olandese » tedesco

zwart·wer·ker <zwartwerker|s> [zwɑrtwɛrkər] SOST m

heet·ge·ba·kerd [hetxəbakərt] AGG

zwart·ma·ken <maakte zwart, h. zwartgemaakt> [zwɑrtmakə(n)] VB vb trans

zwart·kij·ker <zwartkijker|s> [zwɑrtkɛikər] SOST m

zwart·wer·ken <werkte zwart, h. zwartgewerkt> [zwɑrtwɛrkə(n)] VB vb intr

zwart·gal·lig <zwartgallige, zwartgalliger, zwartgalligst> [zwɑrtxɑləx] AGG

zwart·werk [zwɑrtwɛrək] SOST nt geen pl

zwar·te·piet <zwartepiet|en> [zwɑrtəpit] SOST m

zwart·kij·ken <keek zwart, h. zwartgekeken> [zwɑrtkɛikə(n)] VB vb intr

zwart·rij·der <zwartrijder|s> [zwɑrtrɛidər] SOST m

zwart·kijk·ster SOST f

zwartkijkster forma femminile di zwartkijker

Vedi anche: zwartkijker

zwart·kij·ker <zwartkijker|s> [zwɑrtkɛikər] SOST m


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski