olandese » tedesco

schrif·tuur <schrif|turen> [sxrɪftyr] SOST nt of f

schrijf·sel <schrijfsel|s> [sxrɛɪfsəl] SOST nt

Schrift·woord <Schriftwoord|en> [sxrɪftwort] SOST nt

schrij·nen <schrijnde, h. geschrijnd> [sxrɛinə(n)] VB vb intr

1. schrijnen (door schuren pijn veroorzaken):

2. schrijnen (wonden):

schrik·ken1 <schrikte, h. geschrikt> [sxrɪkə(n)] VB vb trans

1. schrikken (plotseling afkoelen):

2. schrikken (plotseling in kokend water brengen):

schrij·den <schreed, i. geschreden> [sxrɛidə(n)] VB vb intr

schrij·ver <schrijver|s> [sxrɛivər] SOST m

2. schrijver (persoon die iets schrijft):

3. schrijver (ambtenaar(srang)):

4. schrijver (registreerapparaat):

schrijf·fout <schrijffout|en> [sxrɛifɑut] SOST f

schrijf·werk [sxrɛɪfwɛrək] SOST nt geen pl

schrijf·wij·ze <schrijfwijze|n> [sxrɛifwɛizə] SOST f

1. schrijfwijze (handschrift):

2. schrijfwijze (spelling):

3. schrijfwijze (schrijfstijl):

schrij·ve·rij <schrijverij|en> [sxrɛɪvərɛɪ] SOST f


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski