olandese » tedesco

aan·bran·den1 <brandde aan, h. aangebrand> [ambrɑndə(n)] VB vb trans bouww.

aanbranden
aanbranden

aan·bran·den2 <brandde aan, i. aangebrand> [ambrɑndə(n)] VB vb intr

aanbranden (aankoeken)
aanbranden (licht aanbranden)
dat zal aanbranden fig

Esempi per aanbranden

dat zal aanbranden fig

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski