olandese » tedesco

af·bui·gen1 <boog af, i. afgebogen> [ɑvbœyɣə(n)] VB vb intr

af·bui·gen2 <boog af, h. afgebogen> [ɑvbœyɣə(n)] VB vb trans

1. afbuigen (door buigen verwijderen):

afbuigen

2. afbuigen (neerwaarts buigen):

afbuigen
afbuigen

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski