olandese » tedesco

door·draai·en1 <draaide door, h./i. doorgedraaid> [dordrajə(n)] VB vb intr

1. doordraaien (voortgaan met draaien):

doordraaien

2. doordraaien (doldraaien):

doordraaien

door·draai·en2 <draaide door, h. doorgedraaid> [dordrajə(n)] VB vb trans

1. doordraaien (door iets heen laten gaan):

doordraaien
doordraaien
drehen durch +acc

2. doordraaien (groenten):

doordraaien

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski