olandese » tedesco

ˈdoor·trek·ken1 <trok door, h. doorgetrokken> [dortrɛkə(n)] VB vb trans

1. doortrekken (verlengen):

doortrekken
doortrekken
een lijn doortrekken fig
een straat doortrekken

2. doortrekken (stuktrekken):

doortrekken
doortrekken
de wc doortrekken

ˈdoor·trek·ken2 <trok door, i. doorgetrokken> [dortrɛkə(n)] VB vb intr

1. doortrekken (door iets heen reizen):

doortrekken
ziehen durch +acc
het land doortrekken

2. doortrekken (voortgaan met trekken):

doortrekken

3. doortrekken (met (groter) kracht trekken):

doortrekken

4. doortrekken (het toilet doorspoelen):

doortrekken

Esempi per doortrekken

het land doortrekken
een lijn doortrekken fig
een straat doortrekken
de wc doortrekken

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski