olandese » tedesco

Traduzioni di „abgelegter“ nel dizionario olandese » tedesco

(Vai a tedesco » olandese)

Mostra l'elenco di tutti i risultati trovati

af·ge·le·gen: aggettivo e avverbio
ge·leu·ter: nome
be·leg·ger: nome
on·ge·let·terd: aggettivo e avverbio
om·ge·le·gen: aggettivo e avverbio
on·ge·le·gen: aggettivo e avverbio
ge·let·terd: aggettivo e avverbio
be·leg·gen: verbo
be·leg·sel: nome
na·bij·ge·le·gen: aggettivo e avverbio
be·ge·leid·ster: nome
in·ge·legd: aggettivo e avverbio
aan·ge·legd: aggettivo e avverbio
ver·af·ge·le·gen: aggettivo e avverbio
aan·ge·le·gen·heid: nome
ge·let·ter·de: nome

Stai visualizzando i risultati dalla grafia simile: belegger , geleuter , afgelegen , ongeletterd , belegsel , beleggen , geletterd , ongelegen , omgelegen , begeleidster , nabijgelegen , geletterde , aangelegenheid , verafgelegen , aangelegd e ingelegd

af·ge·le·gen [ɑfxəleɣə(n)] AGG

afgelegen (ver)

ge·leu·ter [ɣəløtər] SOST nt geen pl

Geschwätz nt pegg

Gefasel nt pegg

be·leg·ger <belegger|s> [bəlɛɣər] SOST m

Anleger m

institutionele beleggers

institutionelle Anleger

kleine beleggers

Kleinanleger pl

kleine beleggers

Kleinaktionäre pl

on·ge·let·terd [ɔŋɣəlɛtərt] AGG

1. ongeletterd (niet geleerd):

ongeletterd

2. ongeletterd (analfabeet):

ongeletterd

om·ge·le·gen [ɔmɣəleɣə(n)] AGG

on·ge·le·gen [ɔŋɣəleɣə(n)] AGG

op een heel ongelegen moment

zu ungelegener Zeit

op een heel ongelegen moment

in einem sehr ungünstigen Moment

ge·let·terd <geletterde, geletterder, geletterdst> [ɣəlɛtərt] AGG

be·leg·gen <belegde, h. belegd> [bəlɛɣə(n)] VB vb trans

1. beleggen (bedekken):

belegde broodjes

belegte Brötchen pl

2. beleggen (bijeenroepen):

een vergadering voor 5 april beleggen

eine Sitzung zum 5. April anberaumen

3. beleggen econ.:

geld in effecten beleggen

Geld in Wertpapieren anlegen

be·leg·sel <belegsel|s> [bəlɛxsəl] SOST nt

Belag m

na·bij·ge·le·gen [nabɛiɣəleɣə(n)] AGG

nabijgelegen

be·ge·leid·ster <begeleidster|s> [bəɣəlɛɪtstər] SOST f

begeleidster forma femminile di begeleider

Vedi anche: begeleider

be·ge·lei·der <begeleider|s> [bəɣəlɛidər] SOST m

1. begeleider:

begeleider (iem die vergezelt)

begeleider (officieel)

Begleitperson f

2. begeleider (iem die met raad en daad bijstaat):

3. begeleider muz.:

in·ge·legd [ɪŋɣəlɛxt] AGG

1. ingelegd (uit ingepaste stukjes bestaand):

2. ingelegd:

ingelegd (ingemaakt: in zuur)

in Zucker eingelegt

ingelegd (ingemaakt: in zout)

in Salz eingelegt

ingelegde haring

eingelegte(r) Hering m

aan·ge·legd [aŋɣəlɛxt] AGG

1. aangelegd (in een vorm gebracht):

dit park is mij te veel aangelegd

dieser Park ist mir (all)zu künstlich

2. aangelegd (aanleg hebbende voor):

artistiek aangelegd zijn

künstlerisch veranlagt sein

ver·af·ge·le·gen [vɛrɑfxəleɣə(n)] AGG

verafgelegen

aan·ge·le·gen·heid <aangelegen|heden> [aŋɣəleɣənhɛit] SOST f

aangelegenheid

Angelegenheit f

ge·let·ter·de <geletterde|n> [ɣəlɛtərdə] SOST m en f

Gebildete(r) f(m)

Hochgebildete(r) f(m)

Cerca nel dizionario

olandese

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski