olandese » tedesco

oor·de·len1 <oordeelde, h. geoordeeld> [ordelə(n)] VB vb trans (achten)

oor·de·len2 <oordeelde, h. geoordeeld> [ordelə(n)] VB vb intr

1. oordelen (rechtspreken):

oordelen
hier kan alleen de rechter oordelen

2. oordelen (tot een gevolgtrekking komen):

oordelen
naar zijn taal te oordelen

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski