olandese » tedesco

schreeu·wen1 <schreeuwde, h. geschreeuwd> [sxrewə(n)] VB vb trans

schreeu·wen2 <schreeuwde, h. geschreeuwd> [sxrewə(n)] VB vb intr

1. schreeuwen:

schreeuwen (gillen)
schreeuwen (zwakker)
schreeuwen (sterker)
om hulp schreeuwen
schreeuwen voordat men geslagen wordt fig

2. schreeuwen fig (vragen om):

schreeuwen
schreien nach +dat

3. schreeuwen (hard huilen):

schreeuwen
schreeuwen

4. schreeuwen (hevig tekeergaan):

schreeuwen

5. schreeuwen (dieren, kleuren):

schreeuwen

schreeu·wen3 <schreeuwde, h. geschreeuwd> [sxrewə(n)] VB wk ww


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski