Traduzioni di „Nino“ nel dizionario olandese » tedesco

nis <nis|sen> [nɪs] SOST f

nis

Nische f

nier <nier|en> [nir] SOST f

nier

Niere f

in hart en nieren fig

bis auf die Knochen

in hart en nieren (fanatiek)

hundertfünfzigprozentig

in hart en nieren (verstokt)

eingefleischt

een wandelende nier med.

eine Wanderniere

niet¹ <niet|en> [nit] SOST f

1. niet (metalen beugeltje):

niet

Heftklammer f

2. niet (klinknageltje):

niet

Niete f

nijd [nɛit] SOST m geen pl

1. nijd:

nijd (jaloezie)

Neid m

nijd (sterker)

Missgunst f

haat en nijd

Hass und Missgunst

groen en geel worden van nijd

grün werden vor Neid

2. nijd (vijandschap):

nijd

Bissigkeit f

niks¹ [nɪks] PRON indet pron colloq (niets)

niks

nichts

niks colloq

nix

voor niks

(ganz) umsonst

an·no [ɑno]

anno

anno

anno

im Jahre

hno [haɛno] SOST nt geen pl

hno

≈ Hauswirtschafts- und Gewerbeunterricht m

hno (school)

Hauswirtschaftsschule f

ka·no <kano|'s> [kano] SOST m

kano

Kanu nt

non <non|nen> [nɔn] SOST f

non

Nonne f