Traduzioni di „octrooihoudster“ nel dizionario olandese » tedesco

(Vai a tedesco » olandese)

boek·houd·ster SOST f

boekhoudster forma femminile di boekhouder

Vedi anche: boekhouder

boek·hou·der <boekhouder|s> [bukhɑudər] SOST m

boekhouder

Buchhalter m

ho·tel·houd·ster SOST f

hotelhoudster forma femminile di hotelhouder

Vedi anche: hotelhouder

ho·tel·hou·der <hotelhouder|s> [hotɛlhɑudər] SOST m

hotelhouder

Hotelier m

hotelhouder

Hotelbesitzer m

ti·tel·houd·ster <titelhoudster|s> [titəlhɑutstər] SOST f

titelhoudster forma femminile di titelhouder

Vedi anche: titelhouder

ti·tel·hou·der <titelhouder|s> [titəlhɑudər] SOST m

titelhouder

Titelträger m

re·cord·houd·ster <recordhoudster|s> [rəkɔːrhɑutstər] SOST f

recordhoudster forma femminile di recordhouder

Vedi anche: recordhouder

re·cord·hou·der [rəkɔːrhɑudər]

recordhouder [[o. rəkɔrthɑudər]] recordhouder|s SOST m:

recordhouder

Rekordhalter m

recordhouder

Rekordinhaber m

pen·sion·houd·ster SOST f

pensionhoudster forma femminile di pensionhouder

Vedi anche: pensionhouder

pen·si·on·hou·der <pensionhouder|s> [pɛnʃɔnhɑudər] SOST m

pensionhouder

Pensionsinhaber m

ga·ra·ge·houd·ster SOST f

garagehoudster forma femminile di garagehouder

Vedi anche: garagehouder

ga·ra·ge·hou·der <garagehouder|s> [ɣaraʒəhɑudər] SOST m

garagehouder (van parkeergarage)

Garageninhaber m

garagehouder (van werkplaats)

Autowerkstattinhaber m

houd·ster <houdster|s> [hɑutstər] SOST f

houdster forma femminile di houder

Vedi anche: houder

hou·der <houder|s> [hɑudər] SOST m

1. houder:

houder (bezitter, beheerder)

Inhaber m

houder (van prijs, titel)

Träger m

houder (van auto)

Besitzer m

houder (exploitant)

Betreiber m

houder (van dieren)

Halter m

de houder van een bank van lening

der Inhaber eines Leihhauses

de houder van een cheque

der Scheckinhaber

de houder van een paspoort

der Inhaber eines Passes

2. houder (iem die bijhoudt):

houder

Führer m

de houder van een dagboek

der Führer eines Tagebuchs

de houder van het kasboek econ.

der Kassenbuchführer

3. houder (om iets in te bewaren):

houder

Behälter m

4. houder (om iets mee vast te klemmen):

houder

Halter m

huis·houd·ster <huishoudster|s> [hœyshɑutstər] SOST f

huishoudster

Haushälterin f

huishoudster (grote huishouding)

Wirtschafterin f

kas·houd·ster SOST f

kashoudster forma femminile di kassier

Vedi anche: kassier

kas·sier <kassier|s> [kɑsir] SOST m

kassier

Kassierer m

pas·houd·ster SOST f

pashoudster forma femminile di pashouder

Vedi anche: pashouder

pas·hou·der <pashouder|s> [pɑshɑudər] SOST m

pashouder

Passinhaber m

vee·houd·ster SOST f

veehoudster forma femminile di veehouder

Vedi anche: veehouder

vee·hou·der <veehouder|s> [vehɑudər] SOST m

veehouder

Viehhalter m

fi·li·aal·houd·ster SOST f

filiaalhoudster forma femminile di filiaalhouder

Vedi anche: filiaalhouder

fi·li·aal·hou·der <filiaalhouder|s> [filijalhɑudər] SOST m

filiaalhouder

Filialleiter m

ga·le·rie·houd·ster SOST f

galeriehoudster forma femminile di galeriehouder

Vedi anche: galeriehouder

ga·le·rie·hou·der <galeriehouder|s> [ɣɑlərihɑudər, ɡɑlərihɑudər] SOST m

galeriehouder

Galerist m