olandese » tedesco

uit·rij·den1 <reed uit, i. uitgereden> [œytrɛidə(n)] VB vb intr

uit·rij·den2 <reed uit, h./i. uitgereden> [œytrɛidə(n)] VB vb trans (ten einde rijden)

uitrijden

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski