olandese » tedesco

hals·band <halsband|en> [hɑlzbɑnt] SOST m

hals·kraag <hals|kragen> [hɑlskrax] SOST m

hals·sie·raad <hals|sieraden> [hɑlsirat] SOST nt

bos·rand [bɔsrɑnt] SOST m geen pl

zee·strand <zeestrand|en> [zestrɑnt] SOST nt

hals·mis·daad <halsmis|daden> [hɑlsmɪzdat] SOST f

naakt·strand <naaktstrand|en> [naktstrɑnt] SOST nt

hals·stuk <halsstuk|ken> [hɑlstʏk] SOST nt

1. halsstuk (deel van een kledingstuk):

Passe f

2. halsstuk (stuk vlees):

hals·wer·vel <halswervel|s> [hɑlswɛrvəl] SOST m

hals·wijd·te <halswijdte|s, halswijdte|n> [hɑlswɛitə] SOST f

bos·brand <bosbrand|en> [bɔzbrɑnt] SOST m

heu·vel·rand SOST m

heuvelrand → heuvelrug

Vedi anche: heuvelrug

heu·vel·rug <heuvelrug|gen> [høvəlrʏx] SOST m

1. heuvelrug (bovenrand van een heuvel):

2. heuvelrug (heuvelrand):

hal·ster <halster|s> [hɑlstər] SOST nt of m

Halfter m nt nt

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski