olandese » tedesco

ar·moe·de·val <armoedeval|len> [ɑrmudəvɑl] SOST m

ar·moe·dig <armoedige, armoediger, armoedigst> [ɑrmudəx] AGG

3. armoedig (hoeveelheid, bedrag):

4. armoedig (gebrekkig (van geestelijke waarden)):

on·der·grens <onder|grenzen> [ɔndərɣrɛns] SOST f

ar·moed·zaai·er <armoedzaaier|s> [ɑrmutsajər] SOST m

loon·grens <loon|grenzen> [loŋɣrɛns] SOST f

1. loongrens (welstandsgrens):

2. loongrens (grens van het loonbedrag):

boom·grens <boom|grenzen> [bomɣrɛns] SOST f

land·grens [lɑntxrɛns] SOST f

vorst·grens <vorst|grenzen> [vɔrstxrɛns] SOST f

lands·grens <lands|grenzen> [lɑntsxrɛns] SOST f

sneeuw·grens [snewɣrɛns] SOST f geen pl

baar·moe·der <baarmoeder|s> [barmudər] SOST f

al·vo·rens [ɑlvorəns] CONG

ver·moe·den1 <vermoeden|s> [vərmudə(n)] SOST nt

Ar·meens [ɑrmeːns] AGG


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski