be·dan·ken2 <bedankte, h. bedankt> [bədɑŋkə(n)] VB vb intr
1. bedanken (niet aannemen):
-
voor een uitnodiging bedanken
2. bedanken (zijn lidmaatschap opzeggen: vereniging, commissie):
-
voor een vereniging bedanken
-
voor een vereniging bedanken