olandese » tedesco

min·de·ren1 <minderde, h./i. geminderd> [mɪndərə(n)] VB vb intr

1. minderen (minder worden):

minderen
minderen

2. minderen (brei-, haakwerk):

minderen

min·de·ren2 <minderde, h. geminderd> [mɪndərə(n)] VB vb trans (minder maken)

minderen
minderen
gas minderen
zijn vaart minderen

Esempi per minderen

gas minderen
zijn vaart minderen

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski