olandese » tedesco

be·we·gen1 <bewoog, h. bewogen> [bəweɣə(n)] VB vb intr

be·dien·de <bediende|n, bediende|s> [bədində] SOST m en f

1. bediende (iem in ondergeschikte betrekking):

Angestellte(r) f(m)

2. bediende (dienaar):

Diener m

3. bediende (beambte):

Bedienstete(r) f(m)

be·weeg·re·den <beweegreden|en> [bəwexredə(n)] SOST f

zelf·be·we·gend [zɛləvbəweɣənt] AGG

be·wer·ken <bewerkte, h. bewerkt> [bəwɛrkə(n)] VB vb trans

2. bewerken (overreden):

3. bewerken (teweegbrengen):

be·we·ring <bewering|en> [bəwerɪŋ] SOST f

roe·pen·de <roepende|n> [rupəndə] SOST m

ge·du·ren·de [ɣədyrəndə] PREP

keur·ben·de SOST f

keurbende → keurkorps

Vedi anche: keurkorps

keur·korps <keurkorps|en> [kørkɔrps] SOST nt

be·weeg·grond SOST m

beweeggrond → beweegreden

Vedi anche: beweegreden

be·weeg·re·den <beweegreden|en> [bəwexredə(n)] SOST f

ver·zor·gen·de <verzorgende|n> [vərzɔrɣəndə] SOST f

be·we·ging·loos [bəweɣɪŋlos] AGG

be·weeg·lijk <beweeglijke, beweeglijker, beweeglijkst> [bəwexlək] AGG

1. beweeglijk (verbinding):

2. beweeglijk (persoon):

be·werk·ster SOST f

bewerkster forma femminile di bewerker

Vedi anche: bewerker

be·wer·ker <bewerker|s> [bəwɛrkər] SOST m

be·weeg·baar [bəweɣbar] AGG


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski