olandese » tedesco

af·kij·ken1 <keek af, h. afgekeken> [ɑfkɛikə(n)] VB vb trans

1. afkijken (ongemerkt overnemen):

afkijken
afkijken colloq
iem de kunst afkijken

2. afkijken (ten einde zien):

afkijken
een laan afkijken

3. afkijken (door te veel kijken niet meer waarderen):

afkijken

af·kij·ken2 <keek af, h. afgekeken> [ɑfkɛikə(n)] VB vb intr

1. afkijken (heimelijk overschrijven):

afkijken
bij/van zijn buurman afkijken

2. afkijken (naar beneden kijken):

afkijken
afkijken

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski