Traduzioni di „fürchterliche“ nel dizionario olandese » tedesco

(Vai a tedesco » olandese)

ach·ter·licht <achterlicht|en> [ɑxtərlɪxt] SOST nt

achterlicht

Rücklicht nt

achterlicht (van (vracht)auto, trein, colonne e.d.)

Schlusslicht nt

dich·ter·lijk [dɪxtərlək] AGG

dichterlijk

poetisch

dichterlijk

dichterisch

een dichterlijke natuur

eine poetische Natur

een dichterlijke taal

eine poetische [o. dichterische] Sprache

iets dichterlijk voorstellen

etw poetisch darstellen

ach·ter·lijf <achter|lijven> [ɑxtərlɛif] SOST nt

achterlijf

Hinterleib m

ach·ter·lijk <achterlijke, achterlijker, achterlijkst> [ɑxtərlək] AGG

1. achterlijk:

achterlijk (personen, dieren, bomen)

zurückgeblieben

achterlijk (bekrompen, ook gebied)

rückständig

je denkt zeker dat ik achterlijk ben!

du willst mich wohl für dumm verkaufen!

2. achterlijk (nalatig) pred:

achterlijk

im Rückstand

zich achterlijk tonen in iets

mit etw im Rückstand sein

3. achterlijk scheepv.:

achterlijk

achterlich

een achterlijke wind

ein achterlicher Wind

lich·ter·laaie [lɪxtərlajə]

het gebouw stond in lichterlaaie

das Gebäude brannte lichterloh

rech·ter·lijk [rɛxtərlək] AGG

rechterlijk

richterlich

rechterlijk

gerichtlich

rechterlijk

Gerichts-

het rechterlijk besluit

der Gerichtsbeschluss

het rechterlijk college

das Richterkollegium

de rechterlijke macht

die Gerichtsbarkeit

de rechterlijke macht

die richterliche Gewalt

de rechterlijke organisatie

die Gerichtsverfassung

bij rechterlijk vonnis

durch Gerichtsurteil

ach·ter·lig·gen <lag achter, h. achtergelegen> [ɑxtərlɪɣə(n)] VB vb intr

1. achterliggen (meer naar achteren gelegen plaats hebben):

achterliggen

im Rückstand sein

achterliggen SPORT

zurückliegen

op het tijdschema achterliggen

zeitlich im Rückstand sein

10 seconden op iem achterliggen

10 Sekunden hinter jdm zurückliegen

2. achterliggen fig:

achterliggen

zurückbleiben

Kees ligt duidelijk achter bij zijn leeftijdgenoten

Kees bleibt deutlich hinter seinen Altersgenossen zurück

ach·ter·lig·ger <achterligger|s> [ɑxtərlɪɣər] SOST m

1. achterligger (degene die achter ligt):

achterligger

Nachzügler m

2. achterligger (verkeer):

achterligger

Hintermann m

achterliggers

rückwärtiger Verkehr

sche·mer·licht [sxemərlɪxt] SOST nt geen pl

schemerlicht

Dämmerlicht nt

schemerlicht

Dämmerschein m