Traduzioni di „Textes“ nel dizionario olandese » tedesco

(Vai a tedesco » olandese)

tex·tiel¹ [tɛkstil] SOST nt of m geen pl

textiel

Textilien pl

textiel

Textilwaren pl

tes·ten <testte, h. getest> [tɛstə(n)] VB vb trans

testen

testen

testen

prüfen

teu·ten <teutte, h. geteut> [tøtə(n)] VB vb intr

1. teuten (treuzelen):

teuten

trödeln colloq

teuten

bummeln colloq

2. teuten (kletsen, zeuren):

teuten

schwatzen colloq

tem·ster SOST f

temster forma femminile di temmer

Vedi anche: temmer

tem·mer <temmer|s> [tɛmər] SOST m

temmer

Dompteur m

ex·tern [ɛkstɛrn] AGG

1. extern (uitwonend):

extern

extern

externe leerlingen

externe Schüler pl

externe leerlingen

Externe pl

2. extern (buiten iets liggend):

extern

extern

externe oorzaken

externe Ursachen pl

3. extern (het uitwendige, de vorm betreffend):

extern

äußere(r, s)

extern

äußerlich

externe kritiek

formale Kritik f

4. extern (naar buiten voerend):

extern

extern

extern

äußere(r, s)

externe secretie

äußere Sekretion

te·lex <telex|en> [telɛks] SOST m

telex

Telex m

per telex

fernschriftlich

test¹ <test|en, test|s> [tɛst] SOST m

test (toetsing)

Test m

test (geschiktheid)

Eignungsprüfung f

test (proef)

Versuch m

iem een test afnemen

jdn einer Prüfung unterziehen

bax·ter <baxter|s> [bɛkstər] SOST m fiamm

baxter

Tropf m

te·der <tedere, tederder, tederst> [tedər] AGG

teder

zärtlich

teef <teven> [tef] SOST f

teef (hond)

Hündin f

teef (vos)

Füchsin f

teek <teken> [tek] SOST f

teek

Zecke f

teen¹ <tenen> [ten] SOST m

1. teen (deel van de voet):

teen

Zeh m

teen

Zehe f

de grote/kleine teen

die große/kleine Zehe

lange tenen hebben fig

leicht einschnappen colloq

op zijn tenen lopen

auf Zehenspitzen [o. auf den Zehen] gehen

op zijn tenen lopen fig

das Letzte aus sich herausholen

op z'n tenen gaan staan

sich auf die Zehenspitzen stellen

iem op de tenen trappen fig

jdm auf die Hühneraugen [o. Zehen] treten colloq

gauw op zijn teentjes getrapt zijn fig

sich gleich auf den Schlips getreten fühlen

2. teen (deel van een sok):

teen

Spitze f

een teentje knoflook

eine Knoblauchzehe

teer¹ [ter] SOST nt of m geen pl

teer

Teer m

vol teer

teerig