olandese » tedesco

ge·van·gen1 [ɣəvɑŋə(n)] AGG

gevangen
gevangen (gearresteerd)
iem gevangen houden

ge·van·gen2 VB

gevangen volt. deelw. van vangen

Vedi anche: vangen

van·gen <ving, h. gevangen> [vɑŋə(n)] VB vb trans

3. vangen colloq (beetnemen):

4. vangen colloq (verdienen):

Esempi per gevangen

iem gevangen zetten
iem gevangen houden

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski