Traduzioni di „hereinmüssen“ nel dizionario olandese » tedesco

(Vai a tedesco » olandese)

he·ren·huis <heren|huizen> [herə(n)hœys] SOST nt

herenhuis

herrschaftliche(s) Haus nt

herenhuis (op een landgoed)

Herrenhaus nt

her·eni·gen <herenigde, h. herenigd> [hɛrenəɣə(n)] VB vb trans

1. herenigen (weer bijeenbrengen):

herenigen

wiedervereinigen

2. herenigen (verzoenen):

herenigen

vereinen

he·ren·mo·de [herə(n)modə] SOST f geen pl

1. herenmode (mode van herenkleding):

herenmode

Herrenmode f

2. herenmode (artikelen):

herenmode

Herrenartikel m

her·exa·men <herexamen|s> [hɛrɛksamə(n)] SOST nt

herexamen

Wiederholungsprüfung f

hij heeft een herexamen voor wiskunde

er hat eine Wiederholungsprüfung in Mathematik

he·ren·dub·bel <herendubbel|s> [herə(n)dʏbəl] SOST nt

herendubbel

Herrendoppel nt

er·tus·sen [ɛrtʏsə(n)] AVV

ertussen

dazwischen

het lukte me niet ertussen te komen fig

es gelang mir nicht, zu Wort zu kommen

iem ertussen nemen fig

jdn verulken [o. veralbern]

in·tus·sen [ɪntʏsə(n)] AVV

intussen

inzwischen

hier·tus·sen [hirtʏsə(n)] AVV

hiertussen

hierzwischen

he·re·miet <heremiet|en> [herəmit] SOST m

heremiet

Eremit m

heremiet

Einsiedler m

heremiet

Klausner m

he·ren·boer <herenboer|en> [herə(n)bur] SOST m

1. herenboer (boer uit liefhebberij):

herenboer

Hobbylandwirt m

2. herenboer:

herenboer (rijke landbouwer)

Großbauer m

herenboer (meestal van adel)

Gutsbesitzer m

he·ren·en·kel <herenenkel|s> [herə(n)ɛŋkəl] SOST nt

herenenkel

Herreneinzel nt

he·ren·en·kel·spel <herenenkelspel|en> [herə(n)ɛŋkəlspɛl] SOST nt

herenenkelspel → herenenkel

Vedi anche: herenenkel

he·ren·en·kel <herenenkel|s> [herə(n)ɛŋkəl] SOST nt

herenenkel

Herreneinzel nt

oor·kus·sen <oorkussen|s> [orkʏsə(n)] SOST nt

oorkussen

Kopfkissen nt

hoofd·kus·sen <hoofdkussen|s> [hoftkʏsə(n)] SOST nt

hoofdkussen

Kopfkissen nt

on·der·tus·sen [ɔndərtʏsə(n)] AVV

1. ondertussen:

ondertussen (intussen)

inzwischen

ondertussen (in die tussentijd)

unterdessen

ondertussen (in die tussentijd)

währenddessen

2. ondertussen:

ondertussen (met dat al)

dabei

ondertussen (niettemin)

allerdings