Traduzioni di „staatsvrouw“ nel dizionario olandese » tedesco

raads·vrouw <raads|vrouwen> [ratsvrɑu] SOST f

raadsvrouw forma femminile di raadsman

Vedi anche: raadsman

raads·man <raads|lieden> [ratsmɑn] SOST m

1. raadsman:

raadsman (adviseur, adviseuse)

Ratgeber m

raadsman (officieel adviseur)

Berater m

bijgestaan worden door een raadsman jur.

Rechtsbeistand haben

2. raadsman (advocaat, advocate):

raadsman

Rechtsanwalt m

toegevoegd raadsman

Pflichtverteidiger m

poets·vrouw <poetsvrouw|en> [putsfrɑu] SOST f

poetsvrouw

Putzfrau f

staats·ruif [statsrœyf] SOST f geen pl iron

staatsruif

Staatskrippe f

uit de staatsruif eten

aus der Staatskrippe futtern

staats·greep <staats|grepen> [statsxrep] SOST m

staatsgreep

Staatsstreich m

staatsgreep (vooral als poging)

Putsch m

de poging tot staatsgreep

der Putschversuch

staats·bur·ger <staatsburger|s> [statsbʏrɣər] SOST m

staatsburger

Staatsangehörige(r) m

staatsburger

Staatsbürger m

staats·par·tij <staatspartij|en> [statspɑrtɛɪ] SOST f

staatspartij

Staatspartei f

staatspartij

politische Partei f

staats·schuld <staatsschuld|en> [statsxʏlt] SOST f

staatsschuld

Staatsschuld f

staat·sie <staatsie|s> [statsi] SOST f

staatsie

Gepränge nt

staatsie

Prunk m

staatsie

Pracht f

staatsie

Pomp m

huis·vrouw <huisvrouw|en> [hœysfrɑu] SOST f

huisvrouw

Hausfrau f

zegs·vrouw <zegsvrouw|en> [zɛxsfrɑu] SOST f

zegsvrouw forma femminile di zegsman

Vedi anche: zegsman

zegs·man <zegs|lieden, zegs|lui> [zɛxsmɑn] SOST m

zegsman

Gewährsmann m

staats·man <staatsman|nen, staats|lieden> [statsmɑn] SOST m

staatsman

Staatsmann m

staatsman (allgemeen)

Politiker m

staats·we·ge [statsweɣə]

van staatswege

staatlicherseits

van staatswege

staatlich

van staatswege

vonseiten des Staates

staats·kerk [statskɛrk] SOST f geen pl

staatskerk

Staatskirche f

staatskerk (met onafhankelijk bestuur)

Nationalkirche f

leids·vrouw <leidsvrouw|en> [lɛɪtsfrɑu] SOST f

leidsvrouw (vrouw die leiding geeft)

Leiterin f

leidsvrouw (vooraangaand)

Führerin f

staats·macht <staatsmacht|en> [statsmɑxt] SOST f

1. staatsmacht (regeringsmacht):

staatsmacht

Staatsgewalt f

staatsmacht

Regierungsgewalt f

2. staatsmacht (deel van deze macht):

staatsmacht

staatliche Gewalt f

staatsmacht

staatliche Macht f