olandese » tedesco

poets·vrouw <poetsvrouw|en> [putsfrɑu] SOST f

zegs·vrouw <zegsvrouw|en> [zɛxsfrɑu] SOST f

zegsvrouw forma femminile di zegsman

Vedi anche: zegsman

zegs·man <zegs|lieden, zegs|lui> [zɛxsmɑn] SOST m

vis·sers·vrouw <vissersvrouw|en> [vɪsərsfrɑu] SOST f

vroed·vrouw <vroedvrouw|en> [vrutfrɑu] SOST f

leids·vrouw <leidsvrouw|en> [lɛɪtsfrɑu] SOST f

raads·vrouw <raads|vrouwen> [ratsvrɑu] SOST f

raadsvrouw forma femminile di raadsman

Vedi anche: raadsman

raads·man <raads|lieden> [ratsmɑn] SOST m

2. raadsman (advocaat, advocate):

be·winds·vrouw <bewindsvrouw|en> [bəwɪn(t)sfrɑu] SOST f

bewindsvrouw forma femminile di bewindsman

Vedi anche: bewindsman

be·winds·man <bewinds|lieden> [bəwɪntsmɑn] SOST m

huis·vrouw <huisvrouw|en> [hœysfrɑu] SOST f

ver·zet·je <verzetje|s> [vərzɛcə] SOST nt

om·buds·vrouw <ombudsvrouw|en> [ɔmbʏtsfrɑu] SOST f

vak·vrouw SOST f

vakvrouw forma femminile di vakman

Vedi anche: vakman

vak·man <vak|lui, vak|lieden, vak|mensen, vakman|nen> [vɑkmɑn] SOST m

gast·vrouw <gastvrouw|en> [ɣɑstfrɑu] SOST f

1. gastvrouw (vrouw des huizes):

2. gastvrouw (hostess):

sport·vrouw <sportvrouw|en> [spɔrtfrɑu] SOST f

za·ken·vrouw <zakenvrouw|en> [zakə(n)vrɑu] SOST f


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski