olandese » tedesco

moed·wil·lig·heid SOST f

moedwilligheid → moedwil

Vedi anche: moedwil

moed·wil [mutwɪl] SOST m geen pl

vei·lig·heid <veilig|heden> [vɛiləxhɛit] SOST f

2. veiligheid (inrichting, voorwerp):

ge·zel·lig·heid [ɣəzɛləxhɛit] SOST f geen pl

1. gezelligheid (genoeglijk samenzijn):

2. gezelligheid (prettige atmosfeer):

wre·ve·lig·heid SOST f

wreveligheid → wrevel

Vedi anche: wrevel

wre·vel <wrevel|s> [vrevəl] SOST m

voed·sel·ver·gif·ti·ging [vutsəlvərɣɪftəɣɪŋ] SOST f geen pl

hei·lig·heid [hɛiləxhɛit] SOST f geen pl

fijn·ge·voe·lig·heid <fijngevoelig|heden> [fɛɪŋɣəvuləxhɛɪt] SOST f

1. fijngevoeligheid (fijnbesnaardheid):

2. fijngevoeligheid (tact):

be·val·lig·heid <bevallig|heden> [bəvɑləxhɛit] SOST f

2. bevalligheid (iets dat bevallig is):

Reiz m

on·wil·lig·heid SOST f

onwilligheid → onwil

Vedi anche: onwil


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski