Traduzioni di „zusammenschnorren“ nel dizionario tedesco » olandese

zu·ˈsam·men·schla·gen² VB vb trans irreg

1. zusammenschlagen (aneinanderschlagen):

zusammenschlagen

tegen elkaar slaan

2. zusammenschlagen (zertrümmern):

zusammenschlagen

kort en klein slaan

3. zusammenschlagen (zusammenfalten):

zusammenschlagen

samenvouwen

die Zeitung zusammenschlagen

de krant dichtvouwen

4. zusammenschlagen (im Kampf):

jdn zusammenschlagen

iem in elkaar timmeren

zu·ˈsam·men·schlie·ßen¹ VB vb trans irreg

zusammenschließen

aaneenketenen

zusammenschließen

samenketenen

zusammenschließen

aan elkaar vastketenen

zu·ˈsam·men·schre·cken VB vb intr irreg

zusammenschrecken

van schrik ineenkrimpen

zu·ˈsam·men·schrei·ben VB vb trans irreg

1. zusammenschreiben (als ein Wort schreiben):

zusammenschreiben

aaneenschrijven

zusammenschreiben

aan elkaar schrijven

2. zusammenschreiben colloq (verfassen):

zusammenschreiben

bij elkaar schrijven

3. zusammenschreiben colloq pegg:

Unsinn zusammenschreiben

onzin neerschrijven

zu·ˈsam·men·fah·ren¹ VB vb intr irreg

1. zusammenfahren:

zusammenfahren

botsen

zusammenfahren

tegen elkaar aan rijden

2. zusammenfahren:

zusammenfahren

ineenkrimpen

vor Schreck zusammenfahren

van schrik ineenkrimpen

zu·ˈsam·men·füh·ren VB vb trans

zusammenführen

bijeenbrengen

zusammenführen

samenbrengen

jdn mit jdm zusammenführen

iem met iem in contact brengen

zu·ˈsam·men·ge·hö·ren VB vb intr

zusammengehören (ein Ganzes bilden)

bijeenhoren

zusammengehören (zueinandergehören)

bij elkaar horen

zu·ˈsam·men·stür·zen VB vb intr

zusammenstürzen

in(een)storten

zusammenstürzen

inzakken

zusammenstürzen

in elkaar zakken

zu·ˈsam·men·strö·men VB vb intr

zusammenströmen

samenstromen

zusammenströmen

samendrommen

zusammenströmen

te hoop lopen

zu·ˈsam·men·set·zen¹ VB vb trans

zusammensetzen

samenstellen

zusammensetzen

in elkaar zetten

zu·ˈsam·men·ste·cken VB vb trans

zusammenstecken

aaneenspelden

zusammenstecken

aan elkaar spelden

die Köpfe zusammenstecken colloq fig

de hoofden bijeensteken

zu·ˈsam·men·sa·cken VB vb intr

zusammensacken

inzakken

zusammensacken

invallen

zusammensacken

instorten

zusammensacken fig

bezwijken

Zu·ˈsam·men·schau SOST f kein pl

Zusammenschau

(samenvattend) overzicht nt

Zusammenschau

synopsis

Zu·ˈsam·men·schluss SOST m

Zusammenschluss

vereniging

Zusammenschluss

aaneensluiting

Zusammenschluss COMM

samensmelting

Zusammenschluss COMM

fusie