olandese » tedesco

wet·ti·gen <wettigde, h. gewettigd> [wɛtəɣə(n)] VB vb trans

ves·ti·gen <vestigde, h. gevestigd> [vɛstəɣə(n)] VB vb trans

heu·gen <heugde, h. geheugd> [høɣə(n)] VB vb intr

heup·wie·gen [høpwiɣə(n)] VB alleen inf.

be·gun·sti·gen <begunstigde, h. begunstigd> [bəɣʏnstəɣə(n)] VB vb trans

1. begunstigen (bevoordelen):

2. begunstigen (bevorderen):

nut·ti·gen <nuttigde, h. genuttigd> [nʏtəɣə(n)] VB vb trans

be·ëdi·gen <beëdigde, h. beëdigd> [bəedəɣə(n)] VB vb trans

1. beëdigen (eed afnemen):

2. beëdigen (door een eed bekrachtigen):

beeiden form

ge·tui·gen2 <getuigde, h. getuigd> [ɣətœyɣə(n)] VB vb trans (als getuige verklaren, bevestigen)

rei·ni·gen <reinigde, h. gereinigd> [rɛinəɣə(n)] VB vb trans

be·gif·ti·gen <begiftigde, h. begiftigd> [bəɣɪftəɣə(n)] VB vb trans

be·har·ti·gen <behartigde, h. behartigd> [bəhɑrtəɣə(n)] VB vb trans

be·kos·ti·gen <bekostigde, h. bekostigd> [bəkɔstəɣə(n)] VB vb trans

be·ves·ti·gen <bevestigde, h. bevestigd> [bəvɛstəɣə(n)] VB vb trans

4. bevestigen rel. (als lid inzegenen):

mach·ti·gen <machtigde, h. gemachtigd> [mɑxtəɣə(n)] VB vb trans

ver·nie·ti·gen <vernietigde, h. vernietigd> [vərnitəɣə(n)] VB vb trans

1. vernietigen (verwoesten):

be·ang·sti·gen <beangstigde, h. beangstigd> [bəɑŋstəɣə(n)] VB vb trans

be·mach·ti·gen <bemachtigde, h. bemachtigd> [bəmɑxtəɣə(n)] VB vb trans

2. bemachtigen (zich meester maken van):

be·voch·ti·gen <bevochtigde, h. bevochtigd> [bəvɔxtəɣə(n)] VB vb trans

be·zich·ti·gen <bezichtigde, h. bezichtigd> [bəzɪxtəɣə(n)] VB vb trans

ver·gif·ti·gen <vergiftigde, h. vergiftigd> [vərɣɪftəɣə(n)] VB vb trans


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski