olandese » tedesco

Traduzioni di „gemak“ nel dizionario olandese » tedesco (Vai a tedesco » olandese)

ge·mak <gemak|ken> [ɣəmɑk] SOST nt

1. gemak (aangename rust):

gemak
gemak

2. gemak (bedaardheid):

gemak
Ruhe f
gemak
op zijn gemak zijn
op zijn (dooie) gemak
iem op zijn gemak stellen

3. gemak (vermogen om iets zonder inspanning te verrichten):

gemak
gemak
met het grootste gemak
voor het gemak

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski