Traduzioni di „gnädiges“ nel dizionario olandese » tedesco

(Vai a tedesco » olandese)

be·ge·na·di·gen <begenadigde, h. begenadigd> [bəɣənadəɣə(n)] VB vb trans

begenadigen

begnadigen

een begenadigd kunstenaar

ein begnadeter Künstler

ge·na·dig <genadige, genadiger, genadigst> [ɣənadəx] AGG

genadig

gnädig

genadige hemel!

(du) lieber Himmel! colloq

een genadige straf

eine milde Strafe

ge·ga·dig·de <gegadigde|n> [ɣəɣadəɣdə] SOST f

1. gegadigde (belanghebbende):

gegadigde

Interessent m

2. gegadigde (bij sollicitatie):

gegadigde

Bewerber m

gegadigde

Kandidat m

be·ge·na·digd <begenadigde, begenadigder, begenadigdst> [bəɣənadəxt] AGG

begenadigd

begnadet

een begenadigd kunstenaar

ein begnadeter Künstler

be·ge·na·di·ging [bəɣənadəɣɪŋ] SOST f geen pl

1. begenadiging (genade):

begenadiging

Begnadung f

2. begenadiging (gratie):

begenadiging

Begnadigung f

in·di·ges·tie [ɪndiɣɛsti] SOST f geen pl

indigestie

Verdauungsstörung f

indigestie

Indigestion f term tecn

mis·da·di·ger <misdadiger|s> [mɪzdadəɣər] SOST m

misdadiger

Verbrecher m

misdadiger

Kriminelle(r) m

een zware [o. gevaarlijke ] misdadiger

ein Schwerverbrecher

ver·za·di·gen <verzadigde, h. verzadigd> [vərzadəɣə(n)] VB vb trans ook fig scheik.

verzadigen

sättigen

hij was niet te verzadigen

er war unersättlich

be·ëdi·gen <beëdigde, h. beëdigd> [bəedəɣə(n)] VB vb trans

1. beëdigen (eed afnemen):

beëdigen

vereidigen

beëdigen

unter Eid nehmen

2. beëdigen (door een eed bekrachtigen):

beëdigen

beeiden form

ein·di·gen¹ <eindigde, h. geëindigd> [ɛindəɣə(n)] VB vb trans

1. eindigen (ten einde brengen):

eindigen

beenden

hij eindigde zijn leven in eenzaamheid

er beschloss sein Leben in Einsamkeit

2. eindigen (besluiten, afronden):

eindigen

(be)schließen

eindigen

beenden

hij eindigde zijn brief met een wens

er (be)schloss seinen Brief mit einem Wunsch

hul·di·gen <huldigde, h. gehuldigd> [hʏldəɣə(n)] VB vb trans

1. huldigen (hulde bewijzen):

huldigen

ehren

een jubilaris huldigen

einen Jubilar ehren

2. huldigen (erkennen):

huldigen

huldigen form a. iron +dat

huldigen

vertreten

een opvatting huldigen iron

einer Auffassung huldigen form iron

een opvatting huldigen iron

eine Auffassung vertreten

zon·di·gen <zondigde, h. gezondigd> [zɔndəɣə(n)] VB vb intr

zondigen

sündigen