olandese » tedesco

was1 VB

was 1., 2., 3. pers sing imperf van zijn², zijn³, zijn⁴

Vedi anche: zijn , zijn , zijn , zijn , zijn , zijn

zijn6 [zɛin] VB

zijn 1., 2., 3. pers pl pres van zijn², zijn³, zijn⁴

zijn1 [zɛin] SOST nt geen pl

Sein nt

was2 [wɑs] SOST m geen pl (het wassen; wasgoed)

was3 [wɑs] SOST nt of m geen pl (vettige stof)


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski