Traduzioni di „senboom“ nel dizionario olandese » tedesco

hef·boom <hef|bomen> [hɛvbom] SOST m

hefboom

Hebel m

gebroken hefboom

Winkelhebel m

ker·sen·boom <kersen|bomen> [kɛrsə(n)bom] SOST m

kersenboom

Kirschbaum m

kersenboom

Kirsche f

ie·pen·boom SOST m

iepenboom → iep

Vedi anche: iep

iep <iep|en> [ip] SOST m

iep

Ulme f

no·ten·boom <noten|bomen> [notə(n)bom] SOST m

notenboom

Nussbaum m

pe·ren·boom <peren|bomen> [perə(n)bom] SOST m

perenboom

Birnbaum m

ei·ken·boom <eiken|bomen> [ɛɪkə(n)bom] SOST m

eikenboom

Eiche f

eikenboom

Eichbaum m

se·ni·or¹ <senior|en, senior|es> [senijɔr] SOST m

senior

Senior m

sen·sor <sensor|en> [sɛnsɔr] SOST m

sensor

Sensor m

sensor (meetapparaat)

Messfühler m

sensor (toets)

Sensortaste f

se·na·tor <senator|en, senator|s> [senatɔr] SOST m

senator

Senator m

stoom [stom] SOST m geen pl

stoom

Dampf m

stoom afblazen fig

Dampf ablassen

de machine werd door stoom aangedreven

die Maschine wurde mit Dampf betrieben

sloom <slome, slomer, sloomst> [slom] AGG

sloom

träge

sloom fig

schlapp

sloom fig

lahm

de slome duikelaar

der Schlappschwanz

hij is te sloom in zijn werk

er ist zu träge bei der Arbeit

sloom kijken

dumpf dreinschauen

op slome toon spreken

in schleppendem Ton sprechen

erf·oom <erfoom|s> [ɛrəfom] SOST m scherz

erfoom

Erbonkel m

stroom <stromen> [strom] SOST m

1. stroom (zich voortbewegende massa vloeistof):

stroom

Strom m

stroom

Flut f form

een stroom bloed/lava

ein Blutstrom/ein Lavastrom

de regen viel in stromen neer

der Regen fiel in Strömen

tegen de stroom oproeien fig

gegen den Strom schwimmen

de zwemmer werd door de stroom meegesleurd

der Schwimmer wurde von der Strömung mitgerissen

2. stroom (grote menigte, hoeveelheid):

stroom

Strom m

stroom

Flut f

stroom

Schwall m

stroom econ.

Schwemme f

een stroom van protesten

eine Flut von Protesten

de stroom volgen [o. met de stroom meegaan ] (met mensen meelopen)

der Menge folgen

de stroom volgen [o. met de stroom meegaan ] (zich aanpassen)

mit dem Strom schwimmen

een stroom van woorden

ein Wortschwall

3. stroom elek.:

stroom

Strom m

er staat stroom op die draad

dieser Draht steht unter Strom

4. stroom (rivier):

stroom

Strom m

stroom

Fluss m

de stromen en rivieren van Nederland

die Ströme und Flüsse der Niederlande

con·doom <condoom|s> [kɔndom] SOST nt

condoom

Kondom nt

condoom

Präservativ nt form

fan·toom <fan|tomen> [fɑntom] SOST nt

fantoom

Phantom nt

fantoom (spook)

Gespenst nt

schroom [sxrom] SOST m geen pl

1. schroom (vreesachtigheid):

schroom

Scheu f

2. schroom (aarzeling):

schroom

Scheu f

schroom

Hemmung f

kern·bom <kernbom|men> [kɛrmbɔm] SOST f

kernbom

Atombombe f