Traduzioni di „luimig“ nel dizionario tedesco » olandese

ˈblu·mig [ˈbluːmɪç] AGG

1. blumig:

blumig

bloemrijk

2. blumig:

blumig

bloemig

blumig

bebloemd

3. blumig:

blumig

met (een heerlijk [o. vol] ) bouquet

blumig

fruitig

ˈleh·mig [ˈleːmɪç] AGG

1. lehmig (aus Lehm bestehend):

lehmig

leemachtig

2. lehmig (voller Lehm):

lehmig

vol leem

lehmig

bedekt met leem

ˈmul·mig [-mɪç] AGG

1. mulmig region (morsch):

mulmig

molmachtig

mulmig

molmig

2. mulmig colloq (brenzlig):

mulmig

bedenkelijk

mulmig

hachelijk

3. mulmig colloq (unbehaglich):

mulmig

onbehaaglijk

mulmig

beroerd

ein mulmiges Gefühl haben

een onbehaaglijk gevoel hebben

ˈluf·tig [ˈlʊftɪç] AGG

luftig

luchtig

in luftiger Höhe

hoog in de lucht

ˈlum·pig [ˈlʊmpɪç] AGG

1. lumpig (gemein):

lumpig

schoft(er)ig

lumpig

ploert(er)ig

lumpig

ellendig

2. lumpig (schäbig, schlecht):

lumpig

haveloos

3. lumpig colloq (lächerlich wenig):

lumpig

onnozel

die paar lumpigen Groschen

die paar (rot)centen

ˈlus·tig [ˈlʊstɪç] AGG

lustig

vrolijk

lustig

plezierig

lustig

grappig

lustig

lollig

solange, wie du lustig bist colloq

zolang je zin hebt

Bruder Lustig veraltet colloq scherz

losbol

Bruder Lustig veraltet colloq scherz

vrolijke Frans

ein lustiger Bursche

een vrolijke klant [o. knul]

sich über jdn lustig machen

zich over iem vrolijk maken

ˈgrim·mig [ˈgrɪmɪç] AGG

1. grimmig (zornig):

grimmig

grimmig

grimmig

nijdig

grimmig

toornig

grimmig

woedend

2. grimmig fig (sehr groß, heftig):

grimmig

vreselijk

grimmig

hevig

grimmig

ontzettend

grimmig

razend

grimmig sein

chagrijnig [o. slechtgehumeurd] zijn

ˈstim·mig [ˈʃtɪmɪç] AGG

stimmig

kloppend

stimmig

sluitend

stimmig fig

harmonisch

in sich stimmig sein

kloppen

in sich stimmig sein

sluitend zijn

ˈbrum·mig [ˈbrʊmɪç] AGG

brummig

brommerig

brummig

knorrig

ˈflau·mig [ˈfl͜aumɪç] AGG

flaumig

donzig

flaumig

met dons begroeid

ˈqual·mig [ˈkvalmɪç] AGG

qualmig

dampig

qualmig

walmend

qualmig

rokerig