olandese » tedesco

Traduzioni di „Drogentote“ nel dizionario olandese » tedesco

(Vai a tedesco » olandese)

Mostra l'elenco di tutti i risultati trovati

dro·gen: verbo
re·gen·ton: nome
kroe·gen·tocht: nome
dro·gist: nome
droe·gen: verbo
dron·gen: verbo
dro·men: verbo

Stai visualizzando i risultati dalla grafia simile: regenton , drogen , kroegentocht , dromen , drongen , droegen e drogist

dro·gen² <droogde, h./i. gedroogd> [droɣə(n)] VB vb intr (droog worden)

te drogen hangen

zum Trocknen aufhängen

re·gen·ton <regenton|nen> [reɣə(n)tɔn] SOST f

kroe·gen·tocht <kroegentocht|en> [kruxə(n)tɔxt] SOST m

kroegentocht

kroegentocht

dro·gist <drogist|en> [droɣɪst] SOST m

1. drogist (verkoper):

Drogist m

2. drogist (winkel):

droe·gen VB

droegen 3. pers pl imperf van dragen¹, dragen²

Vedi anche: dragen , dragen

dra·gen² <droeg, h. gedragen> [draɣə(n)] VB vb intr

1. dragen:

dragen (steunen, gedragen worden)

ruhen

dragen (door persoon gedragen worden)

deze tas draagt gemakkelijk

diese Tasche trägt sich leicht

2. dragen:

dragen (zich over een afstand uitstrekken)

dragen (vuurwapens)

3. dragen (zwanger zijn):

dra·gen¹ <droeg, h. gedragen> [draɣə(n)] VB vb trans

1. dragen (boven de grond houden):

op vleugels gedragen

von Flügeln getragen

2. dragen (bij zich hebben):

3. dragen (aan, op hebben):

4. dragen:

dragen (voorzien zijn van)

dragen (doelbewust aangenomen hebben)

hij draagt de naam van zijn moeder

er trägt den Namen seiner Mutter

5. dragen (zwanger zijn van):

6. dragen (op-, voortbrengen):

rente dragen

7. dragen:

dragen (op zich nemen: toestand)

dragen (op zich nemen: het ontstaan van een situatie)

dragen (op zich nemen: het ontstaan van een situatie)

auf sich acc nehmen

het risico dragen (toestand)

das Risiko tragen

het risico dragen (aanvaarden)

das Risiko auf sich nehmen

8. dragen:

dragen (verduren)

dragen (pijn)

zijn leed dragen

sein Leid tragen

kennis van iets dragen

Kenntnis von etw haben

dron·gen VB

drongen 3. pers pl imperf van dringen¹, dringen²

Vedi anche: dringen , dringen

drin·gen² <drong, h./i. gedrongen> [drɪŋə(n)] VB vb intr

1. dringen:

dringen (zich een weg banen: personen)

dringen (zich een weg banen: personen)

sich drängeln colloq

dringen (zich een weg banen: zaken)

hij drong door de menigte heen

er drängte sich durch die Menge (hindurch)

2. dringen (voorwaartse druk uitoefenen):

dringen colloq

sta niet zo te dringen!

drängle nicht so!

3. dringen (druk doen gelden):

als de nood dringt

wenn die Not drängt

de tijd dringt

die Zeit drängt

drin·gen¹ <drong, h. gedrongen> [drɪŋə(n)] VB vb trans

1. dringen (door drukken verplaatsen):

zich op de voorgrond dringen fig

sich in den Vordergrund drängen

2. dringen (dwingen):

ik voel mij niet gedrongen mij te verontschuldigen

ich fühle mich nicht gedrängt, mich zu entschuldigen

dro·men¹ <droomde, h. gedroomd> [dromə(n)] VB vb trans

dat had je gedroomd!

das hast du dir so gedacht!

wie zou dat gedroomd hebben?

wer hätte sich das träumen lassen?

ik kan dat boek wel dromen

ich kenne das Buch in- und auswendig

Cerca nel dizionario

olandese

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski