Traduzioni di „aufschürzen“ nel dizionario olandese » tedesco

(Vai a tedesco » olandese)

af·schud·den¹ <schudde af, h. afgeschud> [ɑfsxʏdə(n)] VB vb trans

afschudden

abschütteln

af·schui·ven¹ <schoof af, h. afgeschoven> [ɑfsxœyvə(n)] VB vb trans

1. afschuiven (wegschuiven):

afschuiven

wegschieben

de tafel van de muur afschuiven

den Tisch von der Wand wegschieben

2. afschuiven (van zich afzetten):

afschuiven

schieben

onaangename gedachten van zich afschuiven

unangenehme Gedanken von sich schieben

3. afschuiven (op een ander laten neerkomen):

afschuiven

(ab)schieben auf +acc

hij wilde de verantwoordelijkheid op mij afschuiven

er wollte die Verantwortung auf mich schieben

4. afschuiven (betalen):

afschuiven

(be)zahlen

afschuiven

ausgeben

hij is nogal goed met afschuiven

das Geld sitzt ihm locker

hij is nogal goed met afschuiven

er bringt das Geld gern unter die Leute

af·schui·men <schuimde af, h. afgeschuimd> [ɑfsxœymə(n)] VB vb trans

afschuimen (schuim)

abschäumen

afschuimen (andere stoffen)

abschöpfen

het vet van de soep afschuimen

das Fett von der Suppe abschöpfen

de stad afschuimen fig

die Stadt abklappern

af·schut·ten <schutte af, h. afgeschut> [ɑfsxʏtə(n)] VB vb trans (omheinen)

afschutten

abzäunen

afschutten

umzäunen

af·sche·ren <schoor af, h. afgeschoren> [ɑfsxerə(n)] VB vb trans

afscheren (baard)

abrasieren

afscheren (schapen, wol)

abscheren