olandese » tedesco

in·ne·men <nam in, h. ingenomen> [ɪnemə(n)] VB vb trans

1. innemen (geneesmiddelen):

3. innemen (veroveren):

4. innemen (vertrouwen, genegenheid winnen):

in·te·ren <teerde in, h. ingeteerd> [ɪnterə(n)] VB vb trans

in·no·ve·ren <innoveerde, h. geïnnoveerd> [ɪnoverə(n)] VB vb trans

in·hu·ren <huurde in, h. ingehuurd> [ɪnhyrə(n)] VB vb trans

di·ne·ren <dineerde, h. gedineerd> [dinerə(n)] VB vb intr

fi·ne·ren <fineerde, h. gefineerd> [finerə(n)] VB vb trans

1. fineren (beleggen, lijmen):

2. fineren ((van goud, zilver) zuiveren):

ge·ne·ren1 <geneerde zich, h. zich gegeneerd> [ʒənerə(n)] VB wk ww

generen zich generen (schamen):

pa·ne·ren <paneerde, h. gepaneerd> [panerə(n)] VB vb trans

po·ne·ren <poneerde, h. geponeerd> [ponerə(n)] VB vb trans

sa·ne·ren <saneerde, h. gesaneerd> [sanerə(n)] VB vb trans

in·een [ɪnen] AVV

1. ineen (in elkaar):

2. ineen (dichter naar elkaar toe):

3. ineen (stuk):


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski