olandese » tedesco

koes·te·ren1 <koesterde, h. gekoesterd> [kustərə(n)] VB vb trans

1. koesteren (vertroetelen):

koesteren
koesteren

2. koesteren (uit waardering beschermen):

koesteren
koesteren
hätscheln pegg

3. koesteren (bij zich zelf voelen):

koesteren
koesteren
argwaan/twijfel koesteren
hoop koesteren

koes·te·ren2 <koesterde zich, h. zich gekoesterd> [kustərə(n)] VB wk ww

koesteren (zich laten verwarmen)
koesteren (in de zon)

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski