olandese » tedesco

ver·bin·den1 <verbond zich, h. zich verbonden> [vərbɪndə(n)] VB wk ww zich verbinden

2. verbinden scheik.:

ver·bin·dings·te·ken <verbindingsteken|s> [vərbɪndɪŋstekə(n)] SOST nt

ver·bin·te·nis <verbintenis|sen> [vərbɪntənɪs] SOST f

3. verbintenis (persoonlijke band):

ver·blin·den <verblindde, h. verblind> [vərblɪndə(n)] VB vb trans

1. verblinden (korte tijd blind maken):

ver·blijf <ver|blijven> [vərblɛif] SOST nt

1. verblijf (het verblijven):

2. verblijf (onderkomen):

ver·bon·den1 [vərbɔndə(n)] AGG

1. verbonden (verplicht):

2. verbonden (verenigd):


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski