Traduzioni di „ARP“ nel dizionario tedesco » olandese

(Vai a olandese » tedesco)

arg <ärger, (am) ärgst(en)> [ark] AGG

1. arg (schlimm):

arg

erg

arg

slecht

arg

beroerd

das Ärgste befürchten

het ergste vrezen

etw liegt im Argen ricerc

iets werd verwaarloosd

etw liegt im Argen ricerc

met iets is het slecht [o. treurig] gesteld

eine arge Zeit

een beroerde tijd

gar zu arg

al te erg

gar zu arg

al te bont

2. arg colloq (sehr):

arg region ted mer

erg

arg region ted mer

zeer

arg region ted mer

hevig

ein arger Fehler ricerc (groß)

een grove [o. zware] fout

arg krank

erg [o. ernstig] ziek

3. arg veraltet ricerc (Übel, Böses):

an nichts Arges denken

van de prins geen kwaad weten

an nichts Arges denken

volkomen argeloos zijn

arm <ärmer, (am) ärmst(en)> [arm] AGG

1. arm (besitzlos, gering):

arm

arm

arm

armoedig

arm

behoeftig

arm an Bäumen

arm aan bomen

ein armer Boden

een schrale bodem

geistig arm pegg

arm van geest

arm wie eine Kirchenmaus colloq

zo arm als een kerkrat

2. arm (bedauernswert):

arm

arm

arm

beklagenswaardig

arm

ongelukkig

arm dran sein colloq

er ellendig [o. slecht] aan toe zijn

Vedi anche: Arme(r)

ˈAr·me(r) [ˈarmə (-mɐ)] SOST f(m) decl wie agg (besitzloser Mensch)

Arme(r)

arme m en f

der Arme [o. Ärmste],was hat er (nicht) (alles) (er)dulden müssen! iron

de arme stakker, wat heeft hij (niet) allemaal moeten doorstaan!