olandese » tedesco

te·rug·zen·den <zond terug, h. teruggezonden> [tərʏxsɛndə(n)] VB vb trans

2. terugzenden (weer zenden naar de plaats van herkomst):

terugzenden colloq

3. terugzenden (terugsturen):

ge·be·den VB

gebeden → bidden¹, → bidden²

Vedi anche: bidden , bidden

bid·den2 <bad, h. gebeden> [bɪdə(n)] VB vb intr

bid·den1 <bad, h. gebeden> [bɪdə(n)] VB vb trans

1. bidden (gebed):

ge·bie·den1 <gebood, h. geboden> [ɣəbidə(n)] VB vb trans

1. gebieden (gelasten):

2. gebieden (onstoffelijke zaken):

gebieten form

3. gebieden rel. (heersen over):

Herr sein über +acc

ge·bra·den VB

gebraden → braden¹, → braden²

Vedi anche: braden , braden

bra·den2 <braadde, h. gebraden> [bradə(n)] VB vb intr

bra·den1 <braadde, h. gebraden> [bradə(n)] VB vb trans

ge·bul·der [ɣəbʏldər] SOST nt geen pl

schen·den <schond, h. geschonden> [sxɛndə(n)] VB vb trans

2. schenden (onteren):

schänden form
entehren form

weg·zen·den <zond weg, h. weggezonden> [wɛxsɛndə(n)] VB vb trans

2. wegzenden (wegsturen, afwijzen):

3. wegzenden (ontslaan):

ge·bo·den VB

geboden volt. deelw. van bieden

Vedi anche: bieden


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski