tedesco » olandese

Traduzioni di „gegooi“ nel dizionario tedesco » olandese

(Vai a olandese » tedesco)

Mostra l'elenco di tutti i risultati trovati

ge·ˈgo·ren: verbo
ˈge·gen: preposizione
ge·ˈgol·ten: verbo
ge·ˈgos·sen: verbo

Stai visualizzando i risultati dalla grafia simile: gegoren , gegossen , gegolten e gegen

ge·ˈgo·ren [gəˈgoːrən] VB

gegoren part perf von gären¹, gären²

Vedi anche: gären , gären

ˈgä·ren² <gor, gegoren> [ˈgɛːrən] VB vb trans (fermentieren)

ˈgä·ren¹ <gor, gegoren> [ˈgɛːrən] VB vb intr

gären (rumoren)

gären fig a.

der Aufruhr gor im Volk selten

het volk was in beroering (gekomen) [o. geraakte in gisting]

der Aufruhr gärte im Volk

het volk was in beroering (gekomen) [o. geraakte in gisting]

ˈge·gen [ˈgeːgn̩] PREP +acc

1. gegen (wider):

gegen SPORT

tegen

gegen DIR

gegen DIR

tegen … in

(à) contant

gegen jdn gewinnen

tegen [o. van] iem winnen

gegen zwölf (ungefähr)

gegen zwölf (ungefähr)

tegen twaalf uur

2. gegen (entgegen):

naar

in de richting van

gegen Westen

naar het westen

gegen Westen

in westelijke richting

3. gegen (gegenüber):

gefühllos gegen jdn

gevoelloos tegenover iem

4. gegen (verglichen mit):

in vergelijking met

(vergeleken) bij

gegen seinen Vater ist er …

in vergelijking met [o. vergeleken bij] zijn vader is hij …

5. gegen veraltet (für):

voor

meine Abneigung gegen ihn

mijn afkeer van hem

aufmerksam/freundlich/herzlich gegen jdn

attent/vriendelijk/hartelijk voor iem

gefühllos gegen Schmerzen

ongevoelig [o. gevoelloos] voor pijn

ge·ˈgol·ten [gəˈgɔltn] VB

gegolten part perf von gelten¹, gelten²

Vedi anche: gelten , gelten

ˈgel·ten² <gilt, galt, gegolten> [ˈgɛltn̩] VB vb impers

1. gelten (gültig sein):

2. gelten (darauf ankommen):

es gilt, uns zu entscheiden

we moeten een beslissing nemen

es gilt einen [o. den] Versuch

het is te proberen

3. gelten (beimessen):

gelegen zijn aan

4. gelten ricerc (gehen um):

gaan om

es galt meine Ehre

het ging om mijn eer

ˈgel·ten¹ <gilt, galt, gegolten> [ˈgɛltn̩] VB vb intr

1. gelten (gehalten werden):

gehouden worden

als [o. für] dumm/schlau gelten

als dom/slim gelden

als [o. für] dumm/schlau gelten

voor dom/slim doorgaan [o. gehouden worden]

das gilt nicht!

dat telt [o. geldt] niet!

etw gelten lassen

iets laten gelden

etw gelten lassen

iets ook goed vinden

andere gelten lassen

anderen in hun recht laten

nach geltender Meinung

volgens de heersende mening

2. gelten (etw bedeuten):

aangeslagen worden

deine Liebe gilt mir viel

jouw liefde betekent veel voor mij

sein Rat gilt nicht viel

zijn raad wordt niet hoog aangeslagen [o. is niet veel waard]

3. gelten (bestimmt sein für):

doelen [o. slaan] op

bedoeld zijn voor

diese Bemerkung galt mir

deze opmerking sloeg [o. doelde] op mij

4. gelten ricerc (eine Vorliebe haben):

gaan om

sein Interesse galt der Politik

zijn belangstelling gold de politiek [o. ging uit naar de politiek]

ge·ˈgos·sen [gəˈgoːsən] VB

gegossen part perf von gießen¹, gießen²

Vedi anche: gießen , gießen

ˈgie·ßen² <goss, gegossen> [ˈgiːsn̩] VB vb impers (stark regnen)

es gießt in Strömen

het stortregent

es gießt in Strömen

het regent pijpenstelen

ˈgie·ßen¹ <goss, gegossen> [ˈgiːsn̩] VB vb trans

gießen TECN (schütten)

gießen TECN (schütten)

gießen (bewässern)

Cerca nel dizionario

tedesco

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski