olandese » tedesco

vie·ren <vierde, h. gevierd> [virə(n)] VB vb trans

1. vieren rel.:

vieren (feestelijk gedenken)
vieren (mis)
iems verjaardag vieren

2. vieren (eer bewijzen aan):

vieren

3. vieren (laten schieten):

vieren
de teugels vieren fig
een zeil vieren

vier1 <vier|en> [vir] SOST f

1. vier (getal):

Vier f

2. vier (cijfer, als maatstaf voor prestaties):

Fünf f
met veel vieren en vijven fig colloq
tedesco » olandese

Traduzioni di „vieren“ nel dizionario tedesco » olandese

(Vai a olandese » tedesco)

Vier <Vier, Vieren> [fiːɐ̯] SOST f (Zahl, Zeugnisnote)


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski